Bij Wij.land zijn we altijd opzoek naar manieren om verbindingen te maken. Tussen landbouw en natuur, tussen stad en platteland. Maar bovenal misschien nog wel tussen mens en landschap. Want hoe kan je zorg dragen voor een landschap als je er geen verbinding mee voelt? Wij.lander Lisa Schiphorst is deel van ons team Innovatie & Inspiratie en begint graag bij het begin. Hoe kijk mensen die wonen en werken in het veenweidegebied eigenlijk tegen dit landschap aan? Wanneer ervaren ze schoonheid, verbinding of juist pijn en afstand? Om antwoord te krijgen op die vragen wandelt ze met verschillende mensen door het hele veenweidegebied om te luisteren en te leren wat er speelt tussen mens en land.

Als eerste sprak ik Loes. Loes woont al jaren in Abcoude en had eigenlijk geen idee wat het veenweidegebied was. Ik wist dat ook pas net en dat was precies de reden waarom ik nu met Loes door de weilanden liep. Ik wilde kennismaken met het landschap en onderzoeken hoe mensen zich verhouden tot dat landschap. Het veenweidelandschap.

Loes appte me van te voren dat ze wel mee wilde doen maar dat ze niet echt een relatie had met het veenweidelandschap dus ik zou waarschijnlijk niet veel hebben aan het gesprek dacht ze. De dag na ons gesprek appte ze me nog een keer. Ze realiseerde zich nu dat ze weldegelijk een relatie met het landschap had en dat een natuurlijke omgeving echt van belang is voor haar welzijn. Ze had er wakker van gelegen schreef ze.  

Ik besefte me dat de gesprekken niet alleen voor mij een kennismaking met de veenweiden zouden worden maar ook degene met wie ik zou spreken zou weer met andere ogen kunnen gaan kijken naar de weilanden, slootjes, wilgen en de uitgestrekte lucht.  

“Ze realiseerde zich nu dat ze weldegelijk een relatie met het landschap had en dat een natuurlijke omgeving echt van belang is voor haar welzijn.”

Marina beschreef zo prachtig hoe ze zich een voelde worden met de natuur zodra ze het water in ging. Het hele jaar door zwemt ze in een plas vlakbij Weesp waar ze in het oude centrum woont. We lopen langs de vecht in het vroege voorjaar en ik vraag haar of ze trots is op het landschap maar trots is niet het goede woord. Dankbaar is ze voor de schoonheid van dit gebied en dat ze daar dagelijks in mag zijn. Aan al mijn wandelpartners vraag ik op het laatst wat hun lievelingsdier of boom of plant is uit de veenweiden. Loes koos voor zwaluwen en riet en Marina weet meteen dat het voor haar de aalscholver is. Een vogel die net als zijzelf zowel onderdeel van het water is als van de lucht.  

“Dankbaar is ze voor de schoonheid van dit gebied en dat ze daar dagelijks in mag zijn.”

Begin maart neemt Arnold me mee naar een van zijn favoriete plekken in de buurt van Kamerik. Hij is hier opgegroeid en komt geregeld terug vanuit Utrecht om de hemel af te turen naar de eerste grutto’s. Arnold is kunstenaar en laat me het landschap door een andere bril zien. De bril van de geschiedenis. Dit landschap is door mensenhanden gemaakt, zegt hij, en dus hoeven we er nu ook niet vanaf te blijven. Als we dat maar met respect doen, respect voor de natuur en ook voor de geschiedenis. Als ik Arnold vraag naar landschapspijn vertelt hij over een omgezaagde boom verderop. Die boom voelde ook een beetje van mij, zegt hij en misschien was er een goede reden om hem om te zagen maar ik weet het niet en dat doet pijn. Ik realiseer me dat het voelen van eigenaarschap van het land zowel aan de basis staat van zorgdragen als van onbegrip. Want van wie was die boom en van wie is eigenlijk het land? Terwijl we later naar de restanten van de omgezaagde boom kijken horen we de eerste grutto van het jaar.  

“Dit landschap is door mensenhanden gemaakt, zegt hij, en dus hoeven we er nu ook niet vanaf te blijven.”

Dit landschap is eigenlijk voor driekwart lucht constateert Laura terwijl we een rondje om fort Nigtevecht lopen. We wilde eigenlijk naar de Ronde Hoep waar Laura als kind vaak kwam maar er was te weinig tijd voor de fietstocht dus lopen we nu hier over een van de mooiste wilgenlaantjes die ik ken. Laura is onder andere schrijfster en kan haar gedachtes oneindig mooi verwoorden. De schoonheid zit hem vooral in de afwezigheid van dingen zegt ze. We praten er over hoe dit landschap doorgegeven moet worden aan de volgende generatie en over de bijdrage die je daar zelf als mens aan kunt leveren. Ik probeer mezelf als onderdeel van de natuur te zien zegt Laura. Al lukt dat nog niet echt goed. Het is een bijna onmogelijke hersenoefening en tegelijkertijd is het ook gewoon een gegeven dat we niet los staan van onze omgeving. Na een haast poëtisch gesprek schiet ik in de lach als Laura uitroept dat haar lievelingsdier in dit landschap een koe is. Een zwart witte koe in een landschap van alle kleuren groen.  

“Dit landschap is eigenlijk voor driekwart lucht
constateert Laura.”

En dan heb ik mijn eerste gesprek met een boer. Ik rij richting Lekkerland net onder de Lek, het is vlak na de provinciale verkiezingen en de banners van de BBB kleuren de weilanden extra groen. Ik weet niet goed wat voor boer Jasper eigenlijk is en ik merk dat ik een beetje zenuwachtig ben. Waarom is het toch zo eng om uit je eigen bubbel te komen.  
Uiteindelijk heb ik het met Jasper helemaal niet over de verkiezingen of zijn politieke voorkeur en dat is ook helemaal niet relevant. Jasper is een boer met een groot hart voor mensen, voor zijn bedrijf en zeker ook voor de enorme aantallen weidevogels die zijn land verkiezen om hun nesten te maken. Ik kom er achter dat wandelen met een boer een rondje over het erf en door het land betekent. Gelukkig mag ik een paar warme laarzen lenen want we staan meteen tot onze enkels in de modder. Waar mijn eerste vier gesprekspartners weinig konden met het begrip trots, begint Jasper te stralen als ik hem vraag of hij trots is op het landschap. We staan te kijken naar een deels ondergelopen perceel waar honderden vogels in de weer zijn. Natuurlijk ben ik daar trots op, zegt Jasper. En voor ik het weet begint hij te vertellen over de kikkers, de libellen en al het andere leven op zijn land waar hij zorg voor draagt. En ik vraag me af of het klopt wat Laura zei, dat je pas trots kunt zijn op iets wat je eigenhandig gemaakt hebt.   

“We staan te kijken naar een deels ondergelopen perceel waar honderden vogels in de weer zijn. Natuurlijk ben ik daar trots op, zegt Jasper”

Lees ook