Nieuwe maand, nieuwe uitdagingen. Zo gaat het altijd in de agrarische sector. Maar met het huidige beleid groeien de onrealistische uitdagingen veel agrariërs boven het hoofd. Mest is het actuele, vieze woord, het is slecht voor de natuur en er is véél te veel van. Maar de negatieve verhalen hebben we nu meer dan genoeg gehoord, laten we eens kijken naar de goede kanten!
Drijfmest en vaste mest zijn twee verschillende dingen. Vaste mest bevat meer organische stof en is goud voor het bodemleven. Drijfmest is een uitstekende, snellere voedingsbron, maar de ene drijfmest is de ander niet. In drijfmest zit nog veel verschil: dik of dun, rottend of gefermenteerd, hoge en lage mineralen gehaltes. Hoe beter de kwaliteit, hoe beter de grasopbrengst en het bodemleven.
Feit is dat mest niet vies is, maar juist een voedingsbron is voor de gewassen. Mineralen, sporenelementen en organische delen helpen de planten op gang en houden ze gezond. Dan groeien ze hard, doen volop aan fotosynthese en zorgen voor een hoop CO2 opname en zuurstofafgifte! En hoe beter die planten groeien op enkel dierlijke mest, des te beter het bodemleven zich ontwikkelt. Een gezonde en gebalanceerde bodem is rijk aan wormen, torren, schimmels en microleven. Die op hun beurt zorgen voor voedsel voor weidevogels, een rijke biodiversiteit en gezonde gewassen voor mens en dier.
Zo zie je maar, met mest houd je de kringloop tussen boer, burger en natuur in stand. De natuur wordt beheerd, gestimuleerd en ondersteund en we krijgen heerlijk gezond voedsel als resultaat. Mest is goud!
