Onder de Streep 2025: Natuurinclusief en biologisch lonen onder de juiste condities

Een groeiende groep melkveehouders laat zien dat natuurinclusieve en biologische landbouw financieel haalbaar is – mits de juiste condities aanwezig zijn. Want wat is er nodig om natuurinclusieve melkveehouderij financieel aantrekkelijk en toekomstbestendig te maken? Die vraag staat centraal in het vervolgonderzoek ‘Onder de Streep 2025’. Op initiatief van Wij.land, De Natuurverdubbelaars en regionale partners zijn dit keer de cijfers van 88 deelnemende melkveehouders geanalyseerd. De resultaten laten zien: een goed inkomen verdienen met natuurinclusieve of biologische melkveehouderij is zeker mogelijk. Maar het vraagt om passende condities – zoals toegang tot betaalbare grond, stabiele afzetmarkten en beloning voor de maatschappelijke diensten die deze bedrijven leveren.

lees hier het rapport Onder de Streep 2025

Van 13 naar 88 deelnemers: meer data, scherper beeld

Het onderzoek bouwt voort op eerdere edities van Onder de Streep. In 2021 is begonnen met 13 melkveebedrijven, in 2023 werd dit uitgebreid naar 45, en nu zijn er 88 deelnemende bedrijven verspreid over Nederland. Deze groei maakt het mogelijk om trends beter te volgen, regionale verschillen scherper in beeld te brengen en verbanden sterker te onderbouwen. Ook in dit vervolgonderzoek wordt zichtbaar met welke bedrijfsstrategie natuurinclusieve en/of biologische bedrijven het lukt om kosten te besparen en extra opbrengsten te realiseren. Tegelijkertijd maakt de grotere dataset het mogelijk om dieper in te gaan op de rol van condities – zoals grondbeschikbaarheid, marktkansen en beleid – in het verdienmodel.

Extensieve bedrijven hebben een stabiel verdienvermogen

Een opvallende uitkomst is dat het inkomen van extensieve en biologische bedrijven over de periode 2021–2023 minder sterk schommelt dan dat van intensievere bedrijven. Bij prijsstijgingen en -dalingen in de melk- en voermarkt blijken deze bedrijven financieel veerkrachtig. De combinatie van lagere afhankelijkheid van externe inputs, stabielere afzetkanalen en aanvullende inkomstenbronnen zoals neventakken of natuurbeheer maakt dat deze bedrijven minder gevoelig zijn voor schommelingen in de markt.

Daarnaast blijkt uit de data een duidelijke relatie tussen intensiteit en natuurinclusieve prestaties. Extensieve bedrijven scoren over het algemeen beter op indicatoren als aandeel natuurland, ammoniakuitstoot, weidegang en gebruik van kunstmest. Deze bedrijven voeren minder krachtvoer, sluiten meer en zwaardere beheerpakketten af en behalen vaker de hoogste scores in provinciale duurzaamheidsmonitoren, zoals de Brabantse Biodiversiteitsmonitor.

Extensieve keuzes: lage kosten, hoge waarde

Extensieve melkveehouders besparen op meerdere terreinen. Ze gebruiken minder krachtvoer, maken meer gebruik van kruidenrijk grasland en voeren robuustere koeienrassen met een soberder rantsoen. Ook zetten ze vaker in op neventakken zoals zelf verzuivelen of streekverkoop. Daarmee verzilveren ze de maatschappelijke meerwaarde van hun bedrijfsvoering.

Natuurinclusief en biologisch loont, maar nog niet altijd en overal

Het onderzoek laat zien dat boeren niet elke bedrijfsstrategie zomaar overal kunnen toepassen. Zo bepaalt de beschikbaarheid van betaalbare grond of een bedrijf kan extensiveren. Ook is er niet overal toegang tot beloningen voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Een ANLb-pakket kan bijvoorbeeld alleen worden afgesloten in specifieke kerngebieden, zoals weidevogelgebieden. Twee bedrijven die hetzelfde doen – bijvoorbeeld kruidenrijk grasland beheren – kunnen dus afhankelijk van hun locatie wél of géén vergoeding krijgen.

Ook de ligging van het bedrijf ten opzichte van steden en dorpen blijkt bepalend. In West-Nederland, waar de afzetmarkt voor zuivel en streekproducten vaak dichtbij is, heeft 58% van de deelnemende bedrijven een substantiële neventak. In Oost- of Noord-Nederland ligt dat aandeel veel lager.

Het opvangen van transitiekosten vergt ondernemerschap

De overstap naar natuurinclusieve en/of biologische landbouw is vaak haalbaar, maar kent financiële en praktische uitdagingen. Niet-toegerekende kosten zoals rente, afschrijvingen en algemene lasten blijven hoog, terwijl extensieve bedrijven deze met minder melk moeten terugverdienen. Deelnemende boeren die succesvol omschakelden, deden dat meestal geleidelijk, door slim te plannen, niet te veel en op het juiste moment te (her)investeren en samen te werken met terrein beherende organisaties of ketenpartijen.

Beleid op maat, gebaseerd op diversiteit

Wij.land, De Natuurverdubbelaars en hun regionale partners pleiten voor maatwerk in beleid. Er bestaat geen blauwdruk voor natuurinclusieve landbouw. Boerenbedrijven verschillen sterk in ligging, grondsoort, historie en marktsituatie. Als de condities kloppen – voldoende grond, een passende afzetmarkt, beloning voor ecosysteemdiensten – blijkt natuurinclusief of biologisch boeren financieel haalbaar én veerkrachtig. Beleidsmaatregelen moeten daarom rekening houden met regionale verschillen en variatie in bedrijfsmodellen. Eén sturingsmechanisme voor alle bedrijven bestaat niet. Daarom is het van belang dat overheden, ketenpartijen en bredere maatschappij helpt condities vorm te geven waarin bedrijven hun eigen route naar toekomstbestendigheid kunnen vormgeven.

Jan Maarten Dros, Projectleider Innovatie bij Wij.land: “Natuurinclusief boeren loont. De transitiekosten verschillen echter enorm per bedrijf. Voor een bedrijf met weinig land en hoge afschrijvingen en rentekosten is het veel lastiger om te extensiveren. Banken willen niet-renderende investeringen niet afschrijven – dus ligt er een maatschappelijke opgave om deze bedrijven te ondersteunen in de transitie. Tegelijkertijd zien we dat het gemiddelde bedrijf goed verdiend heeft in de afgelopen jaren en dus zelf ook bij kan dragen.”

lees hier het rapport Onder de Streep 2025

Dit hadden we natuurlijk niet alleen kunnen doen!

Partners
Wij.land, De Natuurverdubbelaars, BoerenNatuur Fryslân, Brabants Bodem, Platform, Natuurinclusieve Landbouw Gelderland, Vruchtbare Kringloop Oost, Countus, Dirksen Management Support

 

Gefinancierd door
Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, Provincie Noord-Brabant, Provincie Zuid-Holland, Agro Agenda Noord, Platform Natuurinclusieve Landbouw Gelderland, Regio Foodvalley

 

Wil je meer informatie over het project en het rapport van 2023 zien? Bezoek dan de projectpagina.

Neem contact met ons op!

Wil je sparren over hoe verder, ben je op zoek naar nog meer verdieping, of wil je meer weten? Of ben je boer en wil je meedoen aan een van de vervolg studiegroepen of kijken hoe dit toepasbaar is op jouw bedrijf?

Contactpersonen beleidsmakers, kennisinstellingen en ketenpartijen:

  • Merlissa Diele, Natuurverdubbelaars > mail merlissa@natuurverdubbelaars.nl of bel 0652526273
  • Jan Maarten Dros, Wij.land > mail j.dros@wij.land of bel 0621836657

Contactpersoon boeren en boerenorganisaties:

  • Siem Vlaanderen, Wij.land > mail s.vlaanderen@wij.land of bel 0643289964