Boer in beeld: Henk en Evita den Hartog

Naam: Henk en Evita den Hartog

Plaats: Abcoude

Grond: 70 ha eigendom en 250 ha pacht en beheer

Dieren: 300 koeien, waarvan 130 melkkoeien, de rest is jong- en vleesvee

Type bedrijf: Biologisch sinds 2001

Meer: Natuurbeheer, compostering, verkoop o.a. via de winkel en Grutto, en pluktuin voor groeten, fruit en bloemen

Bij Wij.land betrokken sinds: 2017

Projecten: Bodempilot, kruiden, inspiratieroute, kosten/baten analyse, ecosysteemdiensten

De composthoop van boerderij Hartstocht is al van veraf te zien en typeert het bedrijf van familie den Hartog. Van generatie op generatie wordt het bedrijf vol passie gerund, met hart voor de natuur en een open blik ten opzichte van vernieuwing. Die blik geeft ze vertrouwen in de toekomst. Ook al is de toekomst erg onzeker, dochter Evita heeft een belangrijke rol in het bedrijf verworven en staat klaar om haar vader Henk op te volgen.

Hoe lang zit jullie familie al op deze boerderij?

Henk: “Mijn opa was als soldaat gestationeerd in Fort Nigtevecht en is vervolgens hier terechtgekomen. Sinds 1936 is de boerderij in onze familie. Mijn dochter Evita is de vierde generatie hier.”

Compost en natuurbeheer typeert het bedrijf. Hoe hangt dat met elkaar samen?

Henk: “We hebben de compost opgezet omdat we geen goede stalmest hadden in ons bedrijf. Via de compost kunnen we de koolstof-stikstof verhouding in het systeem verbeteren. Daarom zijn we ermee begonnen. Toen de compostering eenmaal stond werden we steeds vaker gevraagd om materiaal van anderen te verwerken. Nu leveren Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, waterschappen en particulieren organisch materiaal aan. Daar is ook het natuurbeheer en natuurbegrazing uitgekomen.”

“Via de compost kunnen we de koolstof-stikstof verhouding in het systeem verbeteren.”

“Het beheer dat we doen is heel divers. Bijvoorbeeld in het Amsterdamse Bos hebben we jong- en vleesvee grazen, wie weet ben je onze runderen al eens tegengekomen! We gaan echt voor een langdurige samenwerking waarin goed overleg plaatsvindt. Ik probeer altijd te kijken wat de ander wil bereiken. Meestal is het om de biodiversiteit te verhogen, of specifieke plantjes te behouden. Dan kijken we samen hoe we daaraan kunnen voldoen.”

Wat gebeurt er nog meer op het erf?

Henk: “We vinden het leuk als nieuwsgierige mensen komen kijken. Mensen die een abonnement op de tuin hebben, kunnen hier zelf hun bos bloemen plukken of groenten komen oogsten. Dat levert een verbinding op met de buurt, mensen begrijpen hoe hun eten groeit. Dat is belangrijk. Logistiek gezien is het niet haalbaar of wenselijk als iedereen hier zijn boodschappen doet. Maar mensen moeten ook een beetje aan het bedrijf kunnen ruiken zeg maar. Zien hoe je het doet. Ik had er ook nog meer gras kunnen hebben, maar de pluktuin heeft toch ook een leuke uitstraling. Ook doen we mee met de fietsroute van Wij.land waardoor mensen geprikkeld worden om eens langs te komen.”

Welke regeneratieve landbouwmethodes passen jullie toe?

Henk: “We proberen onze drijfmest te verrijken zodat deze niet rot maar rijpt. Dat doen we door de voeding zo aan te passen dat, met name in de zomer, het ureumgetal niet te hoog wordt. En door toevoeging van bacteriën aan de drijfmest. Dit doen we voor een betere benutting van de mest, met minder emissies. Als je de benutting in het systeem kan verbeteren hou je er meer aan over, dat is zowel goed voor het land als voor de portemonnee. En minder ammoniak in de stal is ook gezonder voor de dieren.”

Evita: “Verder willen we graag een nieuwe stal bouwen met een soort vrijloopsysteem, waarbij de dieren qua welzijn een stuk vooruit kunnen gaan, en we de mest op een goede manier kunnen bewaren en benutten met zo min mogelijk uitstoot. Dit is alleen erg lastig met regelgeving en financiering. Als de overheid het staltype niet goedkeurt wil een bank ook niet financieren.”

Wat haal je uit de samenwerking met Wij.land?

Henk: “Het is een wisselwerking. Wij.land was op zoek naar boeren en kennis, en wij zijn ook altijd opzoek naar nieuwe ideeën. Dat vind ik het mooie van Wij.land, het is net een sterrewiel, het gaat eigenlijk alle kanten op.”

Henk: “Verder zijn er studiegroepen die ik erg zinvol vind, zoals de studiegroep over ecosysteemdiensten en de studie met kosten-batenanalyse. Ik vind namelijk dat subsidies er moeten er zijn om iets op te starten, maar niet om iets in stand te houden. Het GLB noemen ze subsidie en ik vind dat waardeloos. Het is gewoon een betaling voor diensten die boeren verlenen. Wij.land pakt dat soort dingen wel op en zegt bijvoorbeeld “we gaan dat in beeld brengen”. Als wij voor de samenleving een aantal diensten verlenen, dan moet dat ook als zodanig betaald worden en niet als subsidie. Een subsidie kunnen ze van de ene op de andere dag intrekken, dat is een risico.”

“Ik had er ook nog meer gras kunnen hebben, maar de pluktuin heeft toch ook een leuke uitstraling”

Hoe zien jullie de toekomst van het bedrijf?

Evita: “Het is onzeker. Of we een nieuwe stal kunnen bouwen, dat is wel bepalend voor of we verder kunnen. Daarnaast weten we niet welke kant het straks opgaat met de wet- en regelgeving, of er überhaupt een toekomst voor ons inzit. Toch zie ik het ook wel hoopvol in.”

“Ik zou het graag willen voortzetten hoe het nu is. Maar ik zou dan meer aandacht willen geven aan natuurlijke diergezondheid, en eventueel het natuurinclusief landgebruik nog verder willen verbeteren. En van mij hoeft het niet zo groot, dus ik zou wel willen extensiveren. Als ik ook een goedlopend bedrijf kan hebben met minder koeien, dan kan dat voor mij ook. Daarvoor moet ik wel een duurzaam verdienmodel creëren, misschien met een kaasmakerij. Je moet dat wel zelf organiseren door bijvoorbeeld een trouwe klantenkring op te bouwen die je een goede prijs geeft. Ik zie wel mogelijkheden.”

 

Ga naar meer portretten in de rubriek Boer in Beeld

Ga naar de bovenkant